Examen Voertuigbeheersing (AVB)
Voor het halen van je motorrijbewijs moet je drie examens met succes afronden; theorie, voertuigbeheersing (AVB) en verkeersdeelneming (AVD). Voordat je aan je AVD-examen begint moet je het AVB-examen behaald hebben. Om dit examen te behalen moet je middels 7 oefeningen laten zien dat je het rijden op een motor beheerst. Deze 7 oefeningen worden door de examinator bepaald uit de in totaal 12 oefeningen die je hebt geleerd tijdens je lessen. In totaal moet je, van de 7 oefeningen, er 5 succesvol uitvoeren. Alle oefeningen wegen even zwaar in de beoordeling.
7 oefeningen in 4 clusters
- Oefeningen op lage snelheid
- Oefeningen op hoge snelheid
Cluster 1
Achteruit inparkeren
Het eerste cluster bestaat uit de oefening achteruit parkeren. In deze verplichte oefening loop je aan de rechterzijde van de rijbaan met de motor aan de hand. Daarna parkeer je de motor achteruit in een denkbeeldig parkeervak en zet je de motor op de standaard. Vervolgens haal je de motor weer van de standaard en loop je naar rechts het parkeervak uit.
Cluster 2
Langzame slalom
Wegrijden uit een parkeervak
Bij deze keuzeoefening rijd je vanuit stilstand uit een parkeervak weg. Je maakt een haakse bocht en rijdt enkele meters rechtuit. De rijbaan breedte is drie meter. Het belangrijkste van deze oefening is dat je gecontroleerd een scherpe bocht weet te maken, direct na het wegrijden.
Denkbeeldige 8
Met deze facultatieve oefening laat je zien dat je een complete (denkbeeldige) acht kunt rijden in een rechthoekig kader. Je rijdt met trekkende motor en houdt daarbij een gelijkmatige snelheid aan. Je mag je voetrem gebruiken en eventueel een slippende koppeling.
Stapvoets rechtdoor rijden
Hier is het de bedoeling dat je naast de lopende examinator blijft rijden over een afstand van twintig meter. Er wordt gelet op snelheid, balans en een juiste bediening van de motor. Je maakt gebruik van een slippende koppeling. Je voetrem mag je bij deze keuzeoefening ook gebruiken, maar je houdt je voeten tijdens het rijden op de voetsteunen.
Halve draai (linksom of rechtsom)
Als de examinator voor deze oefening kiest dan rijd je met licht trekkende motor op een denkbeeldige rijbaan. Na de tweede pylon maak je in één vloeiende beweging een halve draai naar links of rechts. Je rijdt dan terug naar het startpunt.
Cluster 3
Uitwijkoefening
Cluster drie bestaat uit drie oefeningen, waarvan de uitwijkoefening verplicht is. Bij de uitwijkoefening kom je met vijftig kilometer per uur aanrijden door de poort. Vijftien meter na de poort moet je vóór een denkbeeldig muurtje van pylonen naar links uitwijken. Daarna keer je weer terug naar de eigen weghelft.
Snelle slalom
Vertragingsoefening
Cluster 4
Noodstop
In het vierde cluster is de noodstop de verplichte oefening. Je rijdt minimaal vijftig kilometer per uur. Na het poortje rem je maximaal om zo snel mogelijk tot stilstand te komen. Natuurlijk verlies je de controle over de motor niet.
Precisie stop
Stopproef
Waarom Rijschool Toppie?
- Totaal aanbod rijlessen
- Persoonlijke begeleiding
- Vandaag bellen, morgen rijden
- Les overdag, in de avond en het weekend
- Betaling in termijnen mogelijk
- Veel aandacht voor examenroutes.
- Je bepaalt je eigen tempo